Corrupted Celluloid

FocusTube

☑️

notes

OOO: takes issues with idealist and phenomenological positions which consider worldly objects to be deeply intertwined with thoughts and consciousness. In objections against such positions, OOO detaches objects from human consciousness, as independent entities which can function independently from human subjectivity.

Kant’s copernican revolution: An objects exists as a noumenon, which is the thing itself and a phenomenon, how the object appears to our senses. For Kant, the noumenon and phenomenon make eachother possible, meaning one cannot exist withou the other. From his perspective, objects can only exists through the human sensen and comprehension. Without the human faculties, there is no independent material coherency.

According to OOO, objects can function independently without it’s representational dimension. Meaning, on the level of the noumenon, the object has a life of his own, independent from it’s appearance and human comprehension. I guess this would ascribe a sort of agency to the objects, that their functionality goes beyond our human involvement.

Graham Harman who introduced OOO had a problem with kant’s human centreness. For Kant, the phenomenon is finite, meaning that we humans cannot understand objects on the level of the noumenon. This means that there are ristrictions to the level of interaction humans can have with objects. According to Harman, all interactions are finite, even those between inanimate objects without the involvement of humans. All relations are lacking in their interactions.

The ideas of Harman decentres humans as the most important point in reality. It is more of a open web where objects are as important as humans.

Simply put, in contrast with human-centric idealistic ontologies, which takes human comprehension and interaction as a condition for the object to exist, OOO considers objects as some kind of independent agents, they exist and function independent from human senses, cognitive faculties and interaction. Objects have “a live of their own”. They can interact with each other in the same finite manner as humans with objects.

The world is not the world as manifest to humans; to think a reality beyond our thinking is not nonsense, but obligatory. - Graham Harman

I do have one remaining sceptical remark, which is really all about whether how can Harman be so confident that objects are so independent, when our comprehension of these objects are bound to their appearance. Meaning, how can we theorize about objects beyond the empirical. Does OOO consider causality to be an aspect of the real world, or also as one of the cognitive faculties like Kant. Because, I think the interactions between objects can only exists if causality is somehow bound to the material itself. Or is this where the finitude of object interactions come in? My head is spinning.

Extra remark: the position of OOO is a realist philosophy, meaning it considers reality to exist outside from human consciousness. The position of Kant is idealistic, meaning that reality can only exist through the existance of human senses and cognitive faculties


🕐

notes

Antrhopoceen: de mens als een historisch verschijnsel die een blijvende verandering teweegbrengt aan de aarde.

De term symbioceen is geïntroduceerd door Glenn Albrecht . Voor Albrecht is Symbioceen een tijdperk na het antrhopoceen. De Mul zet de term anders in, in plaats van een tijdperk dat eraan komt (teleologisch) gebruikt hij de term ontologisch, als een beschrijving van de wijze dat de wereld is. Oftewel, het leven op aarde is al vanaf het begin een symbiotisch ecosysteem.

Daarbij, is symbiose volgens de Mul de drijvende kracht achter de evolutie. Deze positie komt overeeen met de positie van Lynn Margulis.

Dit gaat in tegen het neo-darwinism, die directe compititie tussen organismen als een dominantere factor voor de evolutie acht dan symbiotische relaties. Dit betekent trouwens niet dat elke symbiotische relatie een win-win situatie is (mutualisme). Concurentie is dus één van die symbiotische relaties en niet de enige zoals het neo-darwinisme voor ogen ziet en overigens ook verheelijkt. Het individualisme dat naar voren komt in het neo-darwinistisch wereldbeeld (en die doorgetrokken is tot het neoliberalisme) is iets wat vanuit het symbioceen kan worden bekritiseerd. Vele soorten (waaronder de mens) leven samen in groepen. Om als individu in competitie te gaan met andere individuen is uiteindelijk een nadeligere relatievorm. De term symbioceen duidt op een alomvattend wereldbeeld, waarbij organismen altijd in relatie tot elkaar staan en hun omgeving. Het is een holistisch, proces-gericht wereldbeeld. Lynn Margulis Dennis Noble

gestopt bij 09:40 to be continiued

Ad vraagt zich af waar Jos staat, wat is zijn positie omtrent dit onderwerp?Jos zijn positie zou kunnen omschreven wordan als “realistisch”, in de zin dat hij geen radicale positie inneemt omtrent de ecologie. Hij is van mening dat de klimaatproblematiek aangepakt moet worden, maar ook dat de natuur met al haar symbiotische relatiesoorten een gevaar vormen voor de mensheid. Denk bijv. aan een parasiet die het leven van de mens op het spel zou zetten. Het leven is daarbij paradoxaal en ambigu. Leven op aarde is niet een gegeven. Door de geschiedenis van de aarde hebben veel extinctiegolven plaatsgevonden. Het leven is destructief. Het heeft een einde.

Verhouding filosofie en wetenschap:

  1. integratieve wetenschap die de wetenschappen samenvat - voor Jos is dit onmogelijk

  2. Filosofie probeert de grondslagen van de wetenschappen te belichten

  3. stuntman van de wetenschappen - gedachtenexperimenten die de standaardopvattingen van de wetenschappen uitdaagt

Jos acht de laatste taak als het belangrijkst. Hij ziet het symbioceen als zo’n gedachtenexperiment die de dominante opvattingen van het (neo-)darwinisme in vraag stelt. Daarbij was de term symbiose voor Jos een verhelderende term die zijn interesses met elkaar vervlochten. Verder acht Jos de tweede taak ook belangrijk. De filosofie kan altijd teruggrijpen naar oude vraagstukken om daarmee de moderne wetenschappen blijven te bevragen. Concepten uit de filosofie kunnen dan de wetenschappen aanvullen als kritische uitbreidingen. Filosofie is een rijke aanwinst voor interdisciplinaire projecten.

Kritiek Nobel op Neo-darwinisme is vooral methodologisch. Volgens Nobel is de theorie van Neo-darwinisme een vorm van ontologisch reductionisme, waarbij gesteld wordt dat de complexe werkelijkheid verklaard kan worden uit de elementaire elementen. Nobel heeft niks tegen methodologisch reductionisme, waarbij gestreefd wordt om de complexe werkelijkheid te onderzoeken door haar te reduceren tot bepaalde sociaalculturele of natuurwetenschappelijke aspecten. Het probleem van het ontologisch reductionisme, wat zich voordoet in het neo-darwinisme (alles is competitie), wordt er blindelings ervan uitgegaan dat de werkelijkheid zo simpel is als dat het zich door de reductionele lens voordoet. De werkelijkheid is complex, waarbij verschillende elementen en fenomenen met elkaar verstrengeld zijn.

Cultuurhistorisch sluit de opkomst van het neo-darwinisme op met het neoliberalisme. gestopt bij 27:30

Volgens Jos zijn de twee gedachtengoeden ook aan elkaar verwant. De uitgave van The Origin of Species viel samen met de ontwikkeling van het kapitalisme. Het compitatieve aspect van kapitalisme was een inspiratie van Darwin. Tijdens het neoliberalisme van de jaren 80 werd de Selfish Gene uitgegeven.

Nobel: het DNA als de bibliotheek. Het leven kan niet gereduceerd worden tot DNA. Volgens Nobel kan het DNA beter gezien worden als bladmuziek, waarbij het cruciaal is voor het aansturen van een orkest, maar je nog wel de muzikanten, zaal en de dirigent nodig hebt om aanhoorbare muziek te krijgen. Het leven kan je niet reduceren tot de DNA. DNA is onderdeel van een cel, die verder beredeneerd deel is van het organisme, die weer ingebed is in zijn leefomgeving, gebruik maakt van technieken en samenleeft met anderen.

De grondslag van het gedachtegoed van nobel en Margulis is dat je het leven alleen maar kan begrijpen in levenssystemen van symbiotische relaties. Er is geen enkele organisme of elementair deeltje dat allesbepalend is. Alles staat met elkaar in verbinding. Een holistisch perspectief is daarom vruchtbaar om het leven te analyseren.

Nobel heeft na zijn boek the music of life, een ander boek geschreven genaamd Dance to the Tune of Life, waarin de ondertitel biological relativity een belangrijke term was. Nobel wilde graag het principe van de relativiteitstheorie toepassen binnen de biologie, waarbij het reductionisme in deze wetenschap afhankelijk is van de specialisatie.

De Mul neemt het relativiteitsdenken mee in een wijbegeerig voorbeeld, waarbij uitlegt hoe Schelling in eerste instantie schreef vanuit het idealistische gedachtengoed van zijn leermeester Figte, die stelde dat alles in de wereld voorkwam uit de geest, maar later we gens zijn natuurkundige studies toch moest erkennen dat de materie fundamenteel is voor het bestaan en de ontwikkeling van werkelijkheid. Schelling eindigde uiteindelijk in een relatieve positie, waarbij hij de waarheid van beide perspectieven erkende. Materialisme en idealisme zijn complementair, in de zin dat beide perspectieven iets unieks onthullen van elkaar. Volgens de Mul is geen enkele theorie of reductionisme genoeg om de werkelijkheid te begrijpen. Pluralisme van gedachtengoeden is nodig.

gestopt bij 46.40


notes


notes


notes


notes


notes


notes


notes